30. Financiële instrumenten – Risicobeheer en reële waarde De Groep is uit hoofde van het gebruik van financiële instrumenten blootgesteld aan de volgende risico's:Marktrisico’s bestaande uit:RenterisicoValutarisicoPrijsrisico energieKredietrisicoLiquiditeitsrisicoVerzekeringstechnische risico’sRisico’s uit hoofde van cross border transactiesRisicobeheerkaderDe raad van bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de inrichting van en het toezicht op het risicobeheerkader van de groep. De Risk & Auditcommissie en de raad van commissarissen zien toe op de toereikendheid van het risicobeheerkader in samenhang met de risico's waarmee de Groep te maken heeft. De Risk & Auditcommissie van de Groep wordt in haar toezichthoudende functie bijgestaan door NS Audit, NS Risk en de afdeling Group Control & Expertise. NS Audit levert door het uitvoeren van regelmatige en incidentele evaluaties aanvullende assurance over de goede beheersing van alle bedrijfsprocessen van NS. De bevindingen van NS Audit worden gerapporteerd aan de Risk & Auditcommissie.Het risicobeleid van de Groep heeft als doel de risico's waarmee de Groep zich geconfronteerd ziet, in kaart te brengen en te analyseren, passende risicolimieten en -controles te bepalen en naleving van de limieten te bewaken. Beleid en systemen voor financieel risicobeheer worden regelmatig geëvalueerd en, waar nodig, aangepast aan de veranderingen in de marktomstandigheden en de activiteiten van de Groep. Het financieel risicobeheer maakt onderdeel uit van het NS risk framework. Ten behoeve van een adequaat risicobeheer is aanvullend beleid vastgesteld voor een aantal bedrijfsonderdelen. Zo kennen NS Insurance, Abellio en NSFSC gezien de aard van de activiteiten specifieke risicobeheersing in vergelijking met de overige bedrijfsonderdelen, waarvoor Corporate Treasury inhoud geeft aan het financiële risicobeheer.Via Abellio neemt de Groep deel in buitenlandse vervoersconcessies. Deze activiteiten vinden hoofdzakelijk plaats in Verenigd Koninkrijk; grotendeels zelfstandig en een ander deel door middel van een joint venture met partner Serco, waarin beide partijen gelijk zijn vertegenwoordigd. Voorts heeft Abellio ondernemingen in Nederland en Duitsland. De financiële risicobeheer van Abellio maak onderdeel uit van het Abellio risk framework en daarmee van het NS risk framework.Marktrisico’sMarktrisico betreft het risico dat de inkomsten en uitgaven van de Groep of de waarde van de beleggingen in financiële instrumenten nadelig worden beïnvloed door veranderingen in marktprijzen, zoals die van grondstofprijzen, valutakoersen en rentetarieven. Het beheer van het marktrisico heeft tot doel de marktrisicopositie binnen aanvaardbare grenzen te houden bij een optimaal rendement. Het marktrisico omvat drie soorten risico’s: renterisico, valutarisico en prijsrisico.RenterisicoHet beleid van de Groep is erop gericht dat minimaal 50% van het renterisico op opgenomen leningen is gebaseerd op een vaste rente. Bij het bepalen van het renterisico op opgenomen leningen kan de Groep rekening houden met beschikbare liquiditeiten die het renterisico van variabel rentende leningen kunnen neutraliseren. De Groep maakt gebruik van derivaten zoals renteswaps om het renterisico te beperken.Renterisico's worden grotendeels centraal beheerd. Het aanhouden van renteposities met betrekking tot buitenlandse concernonderdelen is gereglementeerd en vindt plaats binnen gedefinieerde positielimieten. Speculatieve posities worden niet ingenomen.Blootstelling aan renterisicoHet renteprofiel van de financiële instrumenten die rentedragend zijn, is als volgt:(in miljoenen euro's)31 december 201631 december 2015Verplichtingen met een variabele rente Financiële verplichtingen-59-449Effect van renteswaps28358 -31-91Verplichtingen met een vaste rente Financiële verplichtingen-255-421Effect van renteswaps-28-358 -283-779Financiële activa Financiële activa met een vaste rente209277Financiële activa met een variabele rente709923Kasstroom-renterisicoHet kasstroom-renterisico betreft het risico dat de toekomstige kasstromen van een financieel instrument met een variabele rente zullen schommelen als gevolg van veranderingen in de marktrente. Door een redelijkerwijs mogelijke verandering van de rente met 0,5% per de verslagdatum zouden het eigen vermogen en het resultaat met de hieronder vermelde bedragen zijn af- of toegenomen. Bij deze analyse is aangenomen dat alle andere variabelen, met name de valutakoersen, constant blijven.Rentegevoeligheid variabele rente op resultaat/ eigen vermogen ná belasting Resultaat, na belasting Eigen vermogen, na belasting(in miljoenen euro's)Stijging met 0,5%Daling met 0,5% Stijging met 0,5%Daling met 0,5%31 december 2015 Financiële instrumenten met een variabele rente4-4 - - Renteswaps1-1 -11Gevoeligheid kasstromen (netto)2-2 -11 31 december 2016 Financiële instrumenten met een variabele rente3-3 - - Renteswaps- - - - Gevoeligheid kasstromen (netto)- - - - Per rapportagedatum bedroeg het percentage leningen met een variabele rente na afdekking door middel van renteswaps ten opzichte van de totale portefeuille 47%. De looptijd van de renteswaps is gelijk aan die van de lening. De afdekking van het renterisico door middel van cashflow hedge accounting is als volgt:(in miljoenen euro's)31 december 201631 december 2015Cashflow hedge accounting Afgedekte waarde van de onderhandse leningen28417Onderliggende waarde renteswaps28417 Hedge effectiviteit100%100%In 2016 is heeft de Groep een forward contract afgesloten ter afdekking van het renterisico op toekomstige financiering van materieel ten behoeve van een buitenlandse concessie (cashflow hedge accounting). De onderliggende waarde van het forward contract bedraagt € 126 miljoen. De boekwaarde van dit instrument bedraagt per 31 december 2016 € 3 miljoen negatief.Reële waarde-renterisicoDoor middel van een reële waarde afdekking waarbij gebruikt wordt gemaakt van renteswaps is het renterisico van een gedeelte van de voor verkoop beschikbare financiële vaste activa afgedekt. Ultimo 2016 zijn deze financiële instrumenten niet meer aanwezig. (nominale waarde 31 december 2015: € 60 miljoen). De boekwaarde van deze derivaten is ultimo 2016 nihil (2015: 0,5 miljoen).ValutarisicoDe Groep loopt valutarisico op inkopen, handelsactiviteiten, liquide middelen, opgenomen leningen, overige balansposities en niet in de balans opgenomen verplichtingen die luiden in een andere valuta dan de euro. Uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten heeft de Groep hoofdzakelijk valutaposities in het Britse pond (GBP), de Noorse kroon (NOK) en de Zwitserse frank (CHF).Het risico van schommelingen in wisselkoersen wordt afgedekt met behulp van valutatermijncontracten, spot en/of termijn aan- en verkopen en swaps waardoor één of meer van de risico’s waaraan de primaire financiële instrumenten onderhevig zijn, worden afgedekt. Hoofdzakelijk vinden aan- en verkopen, investerings- en financieringsverplichtingen alsmede verrekeningen met buitenlandse spoorwegmaatschappijen plaats in de functionele valuta van de bedrijfsonderdelen van de Groep, de euro (EUR) en het Britse pond (GBP). Alleen indien de Groep verwacht de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, worden de valuta risico’s inzake de omrekeningverschillen van zowel de onderliggende balansposten, en de deelnemingswaarde, waar de functionele valuta afwijkt van de Euro, afgedekt. Het valuta risico op deze reguliere balansposten en deelnemingswaarde wordt middels de wettelijke reserve koersverschillen verantwoord in het eigen vermogen.Ultimo jaareinde 2016 en 2015 worden geen materiële posten aangehouden in andere dan de functionele valuta van het betreffende bedrijfsonderdeel.Ultimo 2016 heeft de Groep voor afdekking van specifieke valutaposities een aantal forward contracten afgesloten. De nominale waarde van de afgedekte posities bedraagt ultimo 2016 € 30 miljoen (ultimo 2015: € 125 miljoen). De reële waarde van deze valutaderivaten ultimo 2016 bedraagt € 1 miljoen (ultimo 2015: € 1 miljoen).Gevoeligheidsanalyse vreemde valutaAangezien ultimo 2016 en ultimo 2015 geen materiële posten in financiële instrumenten worden aangehouden in vreemde valuta, heeft een verandering van de euro ten opzichte van een vreemde valuta per jaareinde geen materieel effect op het vermogen en de winst over de verslagperiode.Prijsrisico energieNederlandDe Groep is gevoelig voor het effect van marktfluctuaties in de energieprijs. In 2014 heeft de Groep met Eneco een tienjarig contract (2014-2024) afgesloten voor de levering van groene tractie-elektriciteit aan het materieelpark in Nederland. Vanaf 2015 rijdt 50% van de treinen in Nederland op groene stroom en in 2017 rijdt de Groep in Nederland volledig groen op het spoor. Het contract dekt de volgende risico's als volgt (gedeeltelijk) af:Prijsrisico: de vergoedingen voor Programma Verantwoordelijkheid en Garanties van Oorsprong liggen de gehele contractperiode vast. Het contract biedt de mogelijkheid voor toekomstige jaren de benodigde elektriciteit op basis van een hedge strategie in te kopen waarmee de mate van blootstelling aan de marktprijs wordt beperktKredietrisico: het kredietrisico is beperkt tot de credit rating afhankelijke drempels. Indien de zogeheten Exposure (deze houdt o.a. rekening met het verschil tussen marktwaarden en contractwaarde van ingedekt elektriciteit op basis van hedge strategie) boven een bepaalde credit rating afhankelijke drempel uitkomt, dient de Groep dan wel Eneco garanties dan wel cash collateral te stellen aan de andere partij. Volumerisico: het volume risico is beperkt omdat voor elk nieuw jaar het volume het jaar daarvoor opnieuw wordt opgegeven. Binnen het betreffende jaar geldt in aanvulling op voorgaande nog een bandbreedte t.a.v. het volume waarbinnen meer of minder verbruik geen effect heeft op de prijs. Imagorisico: het contract voorziet in evaluatie in 2019 of de verduurzaming van de tractie-elektriciteit in voldoende mate heeft plaatsgevonden. Indien dit onverwacht en onverhoopt niet het geval zou zijn, dan heeft de Groep het recht het contract te beëindigen met ingang van 2020. Het contract voldoet aan de ‘own use’ criteria en is niet geclassificeerd als derivaat.Verenigd KoninkrijkAbellio heeft voor enkele dochters brandstof-hedgecontracten afgesloten om zich deels in te dekken tegen de bewegingen in de brandstofprijs en de daarmee samenhangende valutarisico’s. Hiertoe worden voor een gedeelte van haar brandstofkosten maandelijks forward-contracten gebruikt voor een toekomstige periode (variërend tussen januari 2016 en maart 2020) ter indekking van de risico’s ten aanzien van de brandstofkosten en de daarmee samenhangende valutarisico’s. De met deze hedgecontracten afgegeven garanties zijn opgenomen in noot 29.Gevoeligheid commodity (brandstof) derivatenDe gevoeligheid van de commodity derivaten met een boekwaarde ultimo 31 december 2016 van € 6 miljoen (31 december 2015: 41 miljoen) is als volgt. Door een stijging van € 0,10 van de brandstofprijs zal de negatieve waarde van de commodity derivaten afnemen met circa € 15 miljoen (31 december 2015: € 19 miljoen) en het eigen vermogen toenemen met € 12 miljoen (31 december 2015: € 15 miljoen). Bij een daling van de brandstofprijs zal een omgekeerd effect zichtbaar zijn.KredietrisicoKredietrisico is het risico van financieel verlies voor de Groep indien een afnemer of tegenpartij van een financieel instrument de aangegane contractuele verplichtingen niet nakomt. Kredietrisico’s vloeien met name voort uit vorderingen op klanten en uit beleggingen. Op balansdatum was geen sprake van belangrijke concentraties van kredietrisico’s. De boekwaarde van de financiële activa vertegenwoordigt het maximale kredietrisico. Voor wat betreft het kredietrisico inzake Eurofima wordt verwezen naar noot 29. Het maximale kredietrisico op de verslagdatum was als volgt:(in miljoenen euro's)Toelichting31 december 201631 december 2015Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa1589132Leningen en vorderingen15127149Tot einde looptijd aangehouden financiële vaste activa15- 1Financiële leases152932Overige financiële activa152226Deposito's15- 252Debiteuren en overige vorderingen18498519Geldmiddelen en kasequivalenten20709671Totaal 1.4741.782BeleggingenDe Groep beperkt haar kredietrisico van beleggingen door uitsluitend te beleggen bij wederpartijen die voldoen aan het door het concern opgestelde beleid. Periodiek wordt getoetst of contractpartijen (nog) voldoen aan het beleid en of nadere acties gewenst zijn. Gezien de kredietwaardigheid van tegenpartijen verwacht de Groep dat de tegenpartijen aan de verplichtingen zullen voldoen. Voor de beleggingen, obligaties en deposito’s zijn in 2016 en 2015 geen bijzondere waardeverminderingsverliezen geleden. Beleggingen worden in principe aangegaan bij tegenpartijen die een kredietwaardigheid hebben van ten minste een langetermijncreditrating van A- van Standard & Poor’s en ten minste een langetermijncreditrating van A3 van Moody’s hebben of bij een aantal Nederlandse gemeenten. Indien een wederpartij slechts één creditrating heeft, dient voldaan te worden aan de hiervoor beschreven ratingeisen van Standard & Poor’s of Moody’s. De beleggingen die niet meer voldoen aan dit beleid worden of als uitzondering gedoogd en frequent gemonitord of worden afgebouwd (met name via regulier verloop), hetgeen nog enige tijd na balansdatum kan duren. De buitenlandse ondernemingen van de Groep beschikken niet over langdurige materiële liquiditeitsoverschotten, tenzij dit voortvloeit uit de normale bedrijfsactiviteiten (vooruitontvangen gelden).Debiteuren en overige vorderingenHet kredietrisico uit hoofde van handels- en overige vorderingen van de Groep wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke afnemers. De demografische aspecten van het klantenbestand waaronder het risico op wanbetaling in de sector en het land waarin de afnemers actief zijn, hebben minder invloed op het kredietrisico. Circa 9% (2015: 9%) van de opbrengsten van de Groep wordt gerealiseerd uit verkooptransacties met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).Als onderdeel van het door de bedrijfsonderdelen gehanteerde kredietbeleid wordt iedere nieuwe klant afzonderlijk op kredietwaardigheid beoordeeld voordat standaard-betalings- en leveringsvoorwaarden worden aangeboden. In geval van contractverlenging worden ook eigen ervaringscijfers gebruikt bij de beoordeling van de kredietwaardigheid. Bij de beoordeling van het kredietrisico worden klanten op basis van kredietkenmerken ingedeeld in groepen, onder andere in overheid, bedrijven, particulieren en klanten met eventuele eerdere financiële problemen. Aan klanten met een hoog risicoprofiel wordt alleen na goedkeuring van de raad van bestuur geleverd. Met het grootste gedeelte van de afnemers wordt al enige jaren zaken gedaan, waarbij slechts in incidentele gevallen sprake is geweest van (niet-materiële) verliezen. De Groep vormt een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen ter grootte van de geschatte verliezen uit hoofde van handels- en overige vorderingen. De belangrijkste onderdelen van deze voorziening zijn een specifieke verliesvoorziening voor afzonderlijke belangrijke posities en een collectieve verliesvoorziening voor groepen vergelijkbare activa in verband met verliezen die zijn geleden, maar nog niet geïdentificeerd. De collectieve verliesvoorziening wordt bepaald op basis van historische betalingsgegevens voor vergelijkbare financiële activa.De ouderdomsopbouw van de debiteuren op de verslagdatum was als volgt: 31 december 201631 december 2015(in miljoenen euro's)BrutoVoorzienBrutoVoorzienNog niet opeisbaar137- 170- Opeisbaar 0-30 dagen78- 29- Opeisbaar 31-120 dagen7161Opeisbaar 121-180 dagen41112Opeisbaar 181-360 dagen62101Opeisbaar meer dan een jaar2294Totaal23462358Bijzondere waardeverminderingsverliezenMutaties in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot debiteuren gedurende het jaar waren als volgt:(in miljoenen euro's)20162015Stand per 1 januari88Toevoegingen23Verbruik-3-2Vrijval-1-1Stand per 31 december68Voorzieningen met betrekking tot debiteuren worden getroffen indien sprake is van een bijzondere waardevermindering, tenzij de Groep er zeker van is dat het onmogelijk is het verschuldigde bedrag terug te krijgen. In dat laatste geval wordt het bedrag aangemerkt als oninbaar en direct afgeboekt ten laste van het betreffende financiële actief.LiquiditeitsrisicoLiquiditeitsrisico is het risico dat de Groep problemen krijgt om te voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van in contanten of andere financiële activa af te wikkelen financiële verplichtingen. De uitgangspunten van het liquiditeitsrisicobeheer zijn dat voor zover mogelijk voldoende liquiditeiten worden aangehouden om te kunnen voldoen aan de huidige en toekomstige financiële verplichtingen op korte termijn, in normale en moeilijke omstandigheden, en zonder dat daarbij onaanvaardbare verliezen worden gelopen of de reputatie van de Groep in gevaar komt. Het risico dat de Groep niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, is beperkt omdat de Groep beschikt over voldoende liquide middelen of middelen die snel liquide gemaakt kunnen worden. Hiernaast heeft de Groep ook de beschikking over een gecommitteerde kredietfaciliteit waarvan € 345 miljoen getrokken kan worden met een looptijd tot 2021 en een project kredietfaciliteit voor een bedrag van € 426 miljoen.Ultimo 2016 bedragen de liquide middelen en middelen die snel liquide kunnen worden gemaakt € 1.434 miljoen (2015: € 1.600 miljoen). De contractuele financiële verplichtingen binnen 1 jaar bedragen € 778 miljoen (2015: € 1.197 miljoen).De Groep beheert de liquiditeiten op basis van een periodiek (bottom-up) opgebouwde liquiditeitenprognose. Op basis van die prognose worden aan de bedrijfsonderdelen die klant zijn van de In House Bank van Corporate Treasury financieringslimieten verstrekt. De bank bewaakt deze limieten en overschrijding is niet mogelijk, tenzij goedkeuring is verkregen. Hiermee heeft Corporate Treasury een early-warning-systeem. De liquiditeitenprognose alsmede de hierboven vermelde financieringslimieten stelt Corporate Treasury in staat de liquiditeiten (uitzetten en opnemen van middelen) te managen. Hieronder volgen de resterende contractuele looptijden van de financiële verplichtingen, inclusief de geschatte rentebetalingen. De bedragen zijn bruto en niet contant gemaakt.31 december 2015(in miljoenen euro's)BoekwaardeContractuele kasstromen< 6 mnd6-12 mnd1-2 jaar2- 5 jaar> 5 jaarNiet-afgeleide financiële verplichtingen Onderhandse leningen793797563988517484Financiële leaseverplichtingen777899232116Crediteuren en overige schulden691691691- - - - Afgeleide financiële verplichtingen Voor afdekking gebruikte renteswaps kasstroom afdekking171789- - - Voor afdekking gebruikte renteswaps reële waarde afdekking- - - - - - - Commodity derivaten4141981014- Totaal1.6191.624773424118209100 31 december 2016(in miljoenen euro's)BoekwaardeContractuele kasstromen< 6 mnd6-12 mnd1-2 jaar2- 5 jaar> 5 jaarNiet-afgeleide financiële verplichtingen Onderhandse leningen31431429447111456Financiële leaseverplichtingen4747- 11243Crediteuren en overige schulden702702702- - - - Afgeleide financiële verplichtingen Voor afdekking gebruikte renteswaps kasstroom afdekking33- - - 12Voor afdekking gebruikte renteswaps reële waarde afdekking- - - - - - - Commodity derivaten61111216Totaal1.0721.0777324674118107De bovenstaande posten zijn gesaldeerd opgenomen omdat contractueel de afdekkingstransacties gesaldeerd worden afgewikkeld. Bij het berekenen van de toekomstige kasstromen is aangenomen dat de toekomstige variabele-rentestanden gelijk zijn aan de laatst bekende variabele-rentestand. Ten aanzien van de risico’s in het kader van kapitaal heeft de Groep een met de aandeelhouder afgestemd dividendbeleid.Verzekeringstechnische risico’sIn het kader van haar bedrijfsactiviteiten loopt de Groep risico’s die verzekerd kunnen worden. Risico’s boven het eigen behoud van de bedrijfsonderdelen worden beheerst via dochteronderneming NS Insurance. Dit betreft het risico van bots-, brand-, bedrijfs- en aansprakelijkheidsschades. De maximale omvang van deze schades wordt eens in de drie jaar, of vaker indien gewijzigde omstandigheden daartoe nopen, berekend door externe deskundigen. Dochteronderneming NS Insurance verzekert de genoemde risico’s van de bedrijfsonderdelen. Zij verzekert geen derde partijen. Indien de totale jaarlijkse schadelast het eigen behoud van NS Insurance overschrijdt, wordt deze door herverzekering gedekt. De schades van de Groep worden vergoed uit de premie-inkomsten en beleggingsopbrengsten van NS Insurance. Indien de totale kosten, inclusief schadelast, hoger is dan de opbrengsten, worden deze kosten voldaan uit de – toereikende – vrije reserve van NS Insurance.NS Insurance is herverzekerd door middel van stop-loss-herverzekeringscontracten. Periodiek worden MPL-(Maximum Possible Loss) onderzoeken gedaan om verzekerde limieten vast te stellen. NS Insurance sluit, indien de marktomstandigheden dit mogelijk maken, uitsluitend herverzekeringen af bij partijen met een rating van ten minste A -. Indien de rating daalt beneden A- is zij in de gelegenheid de herverzekeringsovereenkomst op te zeggen. Dit heeft zich tot op heden niet voorgedaan. De herverzekeraars van NS Insurance hebben ultimo 2016 minimaal een rating van A-.NS Insurance is een verzekeringsmaatschappij, die onder toezicht staat van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Verzekeraars moeten een eigen vermogen aanhouden van minimaal de solvabiliteitseis van Solvency II (SCR of wel Solvency Capital Requirement). Ook worden verzekeraars geacht een eigen normsolvabiliteit te bepalen. NS Insurance heeft haar normsolvabiliteit zodanig bepaald dat bij het optreden van het stressscenario toch voldaan blijft worden aan de SCR. De normsolvabiliteit bedraagt € 41 miljoen. NS Insurance voldoet hier ruimschoots aan. NS Insurance wordt 100% meegeconsolideerd in de Groep.Risico’s uit hoofde van zogenaamde crossborder-leasetransactiesDe Groep heeft tot en met 1998 crossborder-leasetransacties afgesloten met als doel verlaging van de financieringskosten. Bij deze crossborder leases, die uitsluitend betrekking hebben op rollend materieel, blijft het economisch eigendom bij de Groep. Daarom zijn de betreffende activa in de balans opgenomen. De boekwaarde van het rollend materieel dat ultimo 2016 in crossborder leases was ondergebracht, bedraagt € 102 miljoen (2015: € 112 miljoen). De financieringsvoordelen van de crossborder leases worden, gespreid over de looptijd van de transacties in de winst-en-verliesrekening, in mindering gebracht op de financieringslasten. Voor financiële risico’s voortvloeiend uit ontbinding van crossborder-leasetransacties is een bedrag voorzien van € 8 miljoen. Gemeten naar het reële risico acht de Groep het voorziene bedrag voldoende. Een deel met deze leases betrokken posities betreffen off-balanceposities. Het valutarisico in deze contracten is behoudens bijzondere niet-voorzienbare situaties afgedekt.Reële waardeReële waarde versus boekwaardeDe in de balans opgenomen boekwaarden van financiële activa en verplichtingen wijken niet materieel af van de reële waarde.Waardebepaling beleggingen opgenomen onder financiële activaBij obligaties is de reële waarde berekend aan de hand van beschikbare actuele marktprijzen/slotkoersen.Waardebepaling derivatenBij het bepalen van de waarde van renteswaps en valutaderivaten gebruikt de Groep waarderingstechnieken waarbij alle significante benodigde gegevens zijn ontleend aan zichtbare marktgegevens (Niveau 2).De waardebepaling van de optie HTM (zie noot 15) voor 2015 is gebaseerd op gegevens die niet op waarneembare marktgegevens zijn gebaseerd (niet-waarneembare input, Niveau 3).